LOT: 176 various unsorted world coins, mainly from the period 1900-1980.
Mainly in base metal, but also a few silver.
Various qualities. Sold as is. No returns.
SURPRISE LOT. NO PHOTOS AVAILABLE !

gewicht 1,47gr. ; zilver Ø 23mm.
muntteken A (voor Antwerpen)

vz. Oostenrijks-Bourgondisch wapen binnen een cirkel.
In de buitencirkel de tekst; ✥ PHS✶ARCHIDVX✶AVSTRIЄ✶BVRG✶BRA
kz. Lang gevoet kruis geplaats over een parelcirkel met opengewerkt ruitvormig hart
met daarbinnen letter A, in de kwadranten om en om een anulet en een lelie.
In de buitencirkel de tekst; ✶BЄNЄD - ✶ANIMA✶ - ✶MЄA✶D - OMINO✶

van Gelder & Hoc 102-1 ; de Witte 591-592 ; de Mey 388A ;
Vanhoudt 132.AN ; van der Chijs XXI, 31 R
Lichte zwaktes van de slag.
fr/zfr à zfr-

gewicht 2,61gr. ; koper Ø 23mm.
muntmeester Meynart van Zwolle
muntteken ster

vz. Geharnast borstbeeld van Philips II naar links,
daaronder I5 ★ 96, omringd door de tekst: 
•PH•S•D•G•HIS•Z•REX•DVX•BR•
kz. Gekroond wapenschild van Oostenrijk-Bourgondië, 
omringd door de tekst; DOMINVS•MIHI•ADIVTOR

variant: met PH•S i.p.v. PHS. Waarschijnlijk betreft het hier een
vergissing van de stempelsnijder. Deze variant is niet gepubliceerd
in de relevante naslagwerken. Als zodanig zeer zeldzaam.

De duit had een waarde van 6 vlaamse mijten of 9 Brabantse mijten.
Deze munt stond in Brabant dan ook wel bekend als ′negenmanneke′.

van Gelder & Hoc 233-2var. ; de Witte 863var. ; de Mey 558var. ;
Purmer & van der Wiel 9306var. ; vgl. Vanhoudt 326.MA ;
CNM.2.07.29var.  RR
fr/zfr à fr+

gewicht 3,19gr. ; zilver Ø 27mm.
muntmeesters Albert & Cornelis van Hooghendorp
muntteken lelie

vz. Gekroond wapenschild van Oostenrijk-Bourgondië, omhangen met het keten van de
Orde van het Gulden Vlies, omringd door de tekst; •PHS:D:G HISP Z -  REX:COM•FLA•
kz. Kort gebloemd kruis met vierpas in het hart, binnen een cirkel, daarboven 15 lelie 7Z.
In de buitencirkel de tekst •DOMINVS•MIHI•ADIVTOR•

Het is niet bekend wat de productie is geweest van 1/20 Philipsdaalders in de jaren 1571-1572, waarschijnlijk zal die echter vooral in 1571 hebben plaatsgevonden. Dat jaar komt namelijk regelmatig voor, terwijl exemplaren uit 1572 nauwelijks voorkomen. Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat in het voorjaar van 1572 de Vlaamse kust werd aangevallen door de Watergeuzen. Ook in de volgende jaren zetten de Watergeuzen hun guerrillaoorlog voort. Hun uitvalsbasis was Vlissingen, dat zij hadden veroverd op de Spanjaarden. Wanneer zij konden landden zij op de kust en na een korte plundertocht trokken zij zich terug. Dit betekende voor de handelsstad Brugge een economische ramp. De muntslag te Brugge was medio 1572 dan ook tot stilstand gekomen. In de jaren 1573-1577 werden aldaar alleen nog Philipsdaalders aangemunt. Pas na de Pacificatie van Gent in 1576, toen de rust tijdelijk was terugkeerd, vond ook weer een hervatting plaats van aanmunting de kleinere denominaties zoals de 1/5 en 1/20 philipsdaalder. Toen in 1577 de strijd weer oplaaide kwam ook daar weer een eind aan. Zeer zeldzaam.

van Gelder & Hoc 215-7 ; Haeck 670 ; Hoc, RBN(1925),78  ;
Vanhoudt 310.BG   RR
fr/zfr à zfr-

weight 22,69gr. ; bronze Ø 33mm.

obv. Laureate head right,wearing paludamentum and cuirass
IMP CAES M ANT GORDIANVS AVG
rev. Gordianus on galloping horse right, paludamentum flying behind,
with in his right hand a spear, attacking a lion CAES ANTIOCH COL S R

BMC 84 ; SNG.von Aulock- ; SNG.Copenhagen 67 ;
SNG.Paris 1234 ; Krzyzanowska VII, 27 R
f/vf

weight 4,04gr. ; billon 23mm.

obv. Radiate and cuirassed bust of Probus right,
surrounded by the legend; IMP PROBVS AVG
rev. Probus on horseback pacing left, his right arm raised, holding
scepter in left hand, captive seated in front with Phrygian cap,
R ✶A  in exergue, surrounded by the legend; ADVENTVS AVG.

Sear 11953var. ; Cohen 37 ; RIC 157
vf

weight 3,68gr. ; silver Ø 19mm.

obv. Laureate head of Augustus right, surrounded by the legend; 
CAESAR AVGVSTVS DIVI F PATER PATRIAE
rev. Caius and Lucius Caesars standing facing, each togate and resting
hand on shield; behind each shield a spear, above simpulum (on right,
turded inwards) and lituus (on left, tuned inwards), surrounded by the
legend; C L CAESARES AVGVSTI F COS DESIG PRINC IVVENT

Caius Julius Caesar (20 BC – 21 February AD 4) was consul in AD 1 and the grandson of Augustus, the first emperor of the Roman Empire. Although he was born to Marcus Vipsanius Agrippa and Julia the Elder, Augustus′ only daughter, Caius and his younger brother, Lucius Caesar were raised by their grandfather as his adopted sons and joint-heirs to the empire. He would experience an accelerated political career befitting a member of the Julio-Claudian dynasty, with the Roman Senate allowing him to advance his career without first holding a questorship or praetorship, offices that ordinary senators were required to hold as part of the cursus honorum. In 1 BC Caius was given command of the eastern provinces, after which he concluded a peace treaty with King Phraates V of Parthia on an island in the Euphrates. Shortly afterward, he was appointed to the office of consul the following year in AD 1. The year after Caius′ consulship, Lucius died at Massilia in the month of August. Approximately eighteen months later, Caius died of an illness in Lycia. Although he married his second cousin Livilla prior to his death, they did not have children. Following the deaths of Gaius and Lucius, Augustus adopted his stepson as well as his sole-surviving grandson – Tiberius and Agrippa Postumus, respectively – in AD 4.

Rare variety with simpulum on right, turded inwards and lituus on left, tuned inwards. The visa versa version is much more common (more then 90% of the denarii from this type has the simpulum on the left, and the lituus on the right).  Rare.

cf. Cohen 43 ; RIC 210 ; BMC 540 ; cf. Sear 1597 R
vf-

gewicht 2,16gr. ; zilver Ø 25mm.
muntteken leeuwtje / stadsschildje van Leeuwarden
muntmeester Willem van Vierssen

vz. Gekroond provinciewapen tussen waarde aanduiding Z - S binnen
versiering van boogjes binnen een cirkel, daaronder muntteken leeuwtje.
In de buitencirkel de tekst; MO•NO•ORD•FRI - SIAE•LEOWAR•CVSA
kz. Kort gebloemd kruis met het stadsschild van Leeuwarden
in het centrum binnen een cirkel. In de buitencirkel de tekst;
+NISI+DOMINVS+NOBISCVM+1597

Deze dubbele stuivers zijn maar op kleine schaal aangemunt in de jaren 1580,1581 en 1597. Alhoewel het hier een provinciale munt betreft, wordt toch de stad Leeuwarden expliciet op de munt vermeld. Dit gaat terug op het eerste exemplaar uit 1580, dat toen in het net geopende provinciale munthuis van Friesland werd geslagen. Men ging daarbij in tegen het Spaanse gezag. Teneinde de aanmunting te legitimeren werd de stad Leeuwarden op de munten vermeld, waarbij men kon refereren aan het in 1417 verkregen muntrecht. In 1597 was eigenlijk geen reden meer om de stadsnaam op deze provinciale munt te vermelden. Dat deed men immers ook niet op andere grotere zilverstukken en goudstukken uit die tijd. Het Spaanse gezag was afgezworen, en daarom hoefde men ook niet de schijn van legitimiteit op te houden. Vermoedelijk heeft men in 1597 het type van 1580/1581 grotendeels als voorbeeld genomen, inclusief de opschriften, uit gemakzucht. Uiterst zeldzaam.

kleine zwaktes van de slag
Verkade 132.8 ; HNPM.72 ; CNM.2.16.110 RRR
kleine zwaktes van de slag
zfr- à fr/zfr

gewicht 31,54gr. ; zilver Ø 40mm.
muntmeester Johan Sebastiaan van Naamen
muntteken stadsschildje van Utrecht
Delmonte 1150  ; Verkade 111.1 ; van der Wiel 18 (JMP.1960) ; 
HNPM.71 ; CNM.2.43.117 ; Davenport 1852
pr-

weight 3,78gr. ; silver Ø 19mm.

obv. Diademed head of Demetrios right
rev. Cornucopiae, BAΣIΛEΩΣ to right, ΔHMHTPIOY ΣΩΤΗΡΟΣ to left,
two monogram and AΞP to inner lower right field

BMC 40 ; Newell SMA.120 ; SNG.Spaer 1279 ;
SC 1642.3d ; cf. Sear 7019
Obverse struck off-centre.
vf-

weight 8,32gr. ; silver Ø 21mm.

obv. Head of Athena right, wearing crested Attic helmet,
ornamented with olive-leaves and floral scroll
rev. Head of bearded Herakles right, clad in lion′s skin,
club in front, surrounded by the Lycian legend ″Arbbena″

Erbbina (also Arbinas, Erbinas), was a Lycian Dynast who ruled circa 430/20-400 BC. He was the son of the previous Lycian king Kheriga. On his inscriptions, Erbbna is described as a tyrannos, and "the man who rules over the Lycians". It seems the Lycia kingdom started to disintegrate during the rule of Erbbina, as numerous smaller rulers started to mint coinage throughout Lycia during his reign and after.

Coinage seems to indicate that he ruled in the western part of Lycia, around Telmessos, while his tomb was established in Xanthos.  He was a subject of the Achaemenid Empire. He is most famous for his monumental tomb, the Nereid Monument, now on display in the British Museum. It was the main inspiration for the famous Mausoleum at Halicarnassus. Using the design of a Greek Temple for the building of a tomb was unheard of in mainland Greece.

cf. Peus Nachf. Auktion 407, Lot 758 (in vf/xf  € 3.200 + 15%)

BMC 127var. ; SNG.Copenhagen suppl.462var. ; SNG.von Aulock 4198var.; 
S. Hurter in Essays in Honor of Margaret Thompson. Tissaphernes Hoard,
p. 104, No. 24 ; Müseler VI, 88 ; Babelon, Traité pl.C, 9var. ; cf. Sear 5352 ;
Mørkholm & Zahle, Kherei 70 ; Slg. Dr. Sayar 173 (Künker, Auktion 402) ;
Vismara II, 184 ; Slg. Dr. Maag 758 (Peus Nachf. Auktion 407) RR
Wonderful coin of a high artistic level. Very rare.
vf+/xf-

gewicht 24,64gr. ; zilver 945/1000 ; Ø 38mm.
randschrift: positie B
Schulman 515 ; LSch.392 ; KM.69.2
fr/zfr à zfr-

gewicht 10,48gr. ; zilver Ø 32mm.
muntmeester Petronella Slob & Johan Lodewijk Molter
muntteken burcht
variant: zonder punt na ORD en na NITIMUR

Blijkens een resolutie van 21 december 1785 werd door de Staten-Generaal besloten dat in het vervolg geen muntstukken in opdracht van de V.O.C. mochten worden aangemunt, zonder vermelding van het V.O.C.-embleem op die muntstukken. In 1786 volgde aanmunting van de driegulden, gulden en X stuiver in de provinciale munthuizen van Utrecht, Gelderland en West-Friesland. Blijkbaar had ook Zeeland het voornemen en de hoop gehad tot een zelfde aanmunting, maar daar is het in 1786 niet van gekomen. Blijkbaar kreeg het Zeeuwse provinciale munthuis te Middelburg geen opdracht van de V.O.C. tot die aanmunting. Deze munt bewijst echter, dat men zich wel had voorbereid. Zelfs al in 1785. Het zou echter nog tot 1789 duren alvorens de eerste zilveren V.O.C.- munten, in de vorm van drieguldens, te Middelburg werden aangemunt. In 1791 volgde tevens de aanmunting van guldens en X stuivers, waarbij men de reeds vervaardigde muntstempels van guldens uit 1785 heeft omgesneden naar 1791, om er zodoende toch gebruik van te kunnen maken. Bij de hier aangeboden gulden is het jaartal 1791 duidelijk gewijzigd uit 1785. In oudere literatuur, zoals Scholten en Delmonte wordt steeds melding gemaakt van de jaartalwijziging 1791/86. Dit is waarschijnlijk een vergissing als gevolg van verkeerde lezing. Zeldzaam.

vgl. Veiling Künker 420, collectie Beuth, kavel 1556 (normale 1791)
(in zfr+: € 1.500,- incl opgeld)

Delmonte- (vgl. 1188 : 1791/86)) ; CNO.16.5 ; Verkade 1097 ;
Scholten- (vgl. 72b en noot 1 : 1891/86)    R
Gebruikelijke ietwat flauwe slagin het centrum,
doch voor type een net exemplaar.
zfr à zfr+

weight 2,88gr. ; silver Ø 17mm.

obv. Laureate head of Antoninus right, surrounded by the legend;
ANTONINVS AVG PIVS P P IMP II
rev. Virtus (or Roma), helmeted, in military dress, standing, front,
head left holding vertical spear reversed in right hand and parazonium,
upright at shoulder, in left, surrounded by the legend; VIRTVS AVG

Cohen 1088 ; RIC 102b ; Strack 103 ; cf. BMC 255 ; Sear 4138var.
vf-

weight 3,51gr. ; gold Ø 20,5mm.

imitation of a Dutch gold ducat

Bitkin 31 ; KM.50.2
vf/xf

weight 4,59gr. ; electrum Ø 12mm.

obv. Cross, with each arm crossed
rev. Oblong punch mark: line: 4 cross strokes + 2 pellets

This coin is struck at the beginning of the coinage and is a bit of a mystery. The type is referred to as ″geometric″ for obvious reasons. The city of origin is unknown. The date of issue is uncertain. CNG has dated them from 650-600 BC. Jonathan Kern believes they are more likely from 610-590 BC. The meaning of the designs is also uncertain and there is no relationship between the patterns and the denominations. These coins may be the very first that circulated in everyday use. Unlike other coins from the 7th century, these coins have been found in worn circulated condition. Very rare coin of great numismatic importance.

Babelon Traité Pl.I,4 ; Weidauer- ; Kayhan 697 ; Mitchiner ATAEC 246 ;
Svoronos Pl.16,8 ; Linzalone LN 1062 RR
(cf. F.R.Künker, Auktion 312, lot 2341 in vf: € 16.000 + 23%)
vf+/vf

weight 3,15gr. ; silver Ø 26mm.

obv. Cross formed of four butted V′s around a cruciform
ornament within pearled circle, surrounded by the legend;
✠ WENCELxDEIxGRAxLVCxBRABxDVX
(translation: Wenceslaus I, by the grace of God, Duke of Luxembourg and Brabant)
rev. Crown over shields of Bohemia and Luxemburg within pearled circle,
surrounded by the legend; ✠MONETAxNOVAxLVCEBVRGENS′
(translation: New Luxembourg currency)

Wenceslaus I was born on 25 February 1337 in Prague. He was the son, and only child, of John the Blind, King of Bohemia, and Beatrice of Bourbon. In 1352, Wenceslaus married Joanna of Brabant (1322 – 1406), daughter of John III, Duke of Brabant and Limburg, and Marie d′Évreux .In 1353 Charles IV King of Bohemia, Count of Luxembourg and elected Holy Roman King, entrusted the county of Luxembourg, their father′s inheritance, to his half-brother Wenceslaus. In 1354 Charles raised Luxembourg to the status of a duchy.

In 1355, Joanna inherited Brabant and Limburg. In order to guarantee the indivisibility of Brabant, Wenceslaus signed the Joyous Entry, but had to fight against his brother-in-law Louis II of Flanders, who asserted his share of the duchy. He failed to prevent the seizure of Brussels by the Flemings, but a certain Everard ′t Serclaes succeeded by an audacious coup in driving them out of the city. Thereafter, Wenceslaus had to face primarily internal disorders. In 1371, he overestimated his military capacities and waged war with William II, Duke of Jülich, resulting in humiliating defeat at the Battle of Baesweiler, losing a part of his army, and several noblemen. He was captured and suffered 11 months of captivity. Wenceslaus died in Luxembourg on 7 december 1383, leaving Joanna as sole ruler of Brabant, and was succeeded by Wenceslaus II (Wenceslaus IV of Bohemia) as duke of Luxembourg. There are speculations that he might have died of leprosy. His last wish was his heart to be displaced from his dead body and sent to his wife (Joanna stayed in Brussels). He is buried in a crypt at Orval Abbey in Belgium.

Probst L148-1 ; Weiller 147 ; Bernays & Vannérus 149 ; Boudeau 1870
wonderful specimen with excellent details and attractive toning
xf-

weight 6,66gr. ; gold Ø circa 19mm.
value II to the left, vertically, mintmark NR and assayer mark E to the right

obv. Crowned composite coat of arms deviding  • II •  - (N) R E,
probably surrounded by the legend; PHILIPPVS • DEI • GRATIA
rev. Cross of Jerusalem, small crosses on top, within quatrefoil
with lis terminating inner corners, four dots in outer fields,
probably surrounded by the legend; ✠ HISPANIARVM • REX

Unpublished variant where small crosses are placed on the tops of the Jerusalem cross, so without any space between them. These crosses are not usual for the year 1626. In later years we do see these, but then always with loosely floating crosses.

Found in the Netherlands with a metal detector.

Calicó 1755var. ; Cayón - (page 736-737, type 123a; this date not listed) ;
Friedberg 4.1 “unique” (Colombia)  RRRR
Coin of the highest rarity.
scratch on the obverse, otherwise very attractive for the type
vf

weight 1,52gr. ; bronze Ø 16mm.
KM.3.1 ; D.T.326 ; HMZ 2-1215j
about unc

weight 26,20gr. ; Ø 45mm.
Davenport 4120 ; MIR 1013/6 ; CNI.26 RR
vf/xf

gewicht 9,98gr. ; zilver 945/1000 ; Ø 28mm.
randschrift: positie A
Schulman 616 ; KM.93
unc-

gewicht 25,00gr. ; zilver 925/1000 ; Ø 38mm.

oplage 10.000 stuks

KM.31
proof

weight 15,50gr. ; silver 625/1000 ; Ø 33mm.
KM.167 ; Jaeger 442 ; AKS.254
unc

gewicht 3,57gr. ; zilver 640/1000 ; Ø 19mm.
Schulman 875  ; LSch.766 ; KM.164
miniem randtikje
pr/unc

gewicht 3,58gr. ; zilver 640/1000 ; Ø 19mm.
Schulman 875 ; L.Sch.766 ; KM.164
exemplaar met de volle stempelglans
unc

weight 3,69gr. ; silver Ø 19mm.
Lucius Hostilius Saserna was an ally of Julius Caesar.

obv. Head of female Gallic captive right, with dishevelled hair, carnyx behind
rev. Cultus-statue of Diana (Artemis) facing with stag and spear
L•HOSTILIVS to right, SASERNA to left

The gens Hostilia was an ancient family at Rome. The nomen Hostilius is a patronymic surname, based on the praenomen Hostus, which was borne by the ancestors of the gens. The same praenomen gave rise to another gens, with the nomen Hostius. The earliest known member of the Hostilii was Hostus Hostilius, a Roman champion in the earliest days of the city. However, if he also bore the nomen Hostilius, then that name must have originated at an earlier time. The meaning of the praenomen remains obscure; but it could possibly have originated as a variation of Faustus, another ancient name meaning fortunate; in Etruscan we find two possible cognates, the feminine praenomina Fasti and Hasti, of which the latter is a variation of the former.

The Hostilii came originally from Medullia, an ancient city in Latium, and are thought to have settled at Rome in the time of Romulus. Although the Hostilii of the Republic had no specific tradition about Medullia, coins minted by one of the later Hostilii bear the heads of Pallor and Pavor, the gods of fear and panic, in an allusion to Tullus Hostilius, who vowed temples to Pallor and Pavor during his war with Veii and Fidenae. If the later Hostilii were descended from the Hostilii of the regal period, then they were of Medullian origin.

The most famous member of the gens was Tullus Hostilius, the third King of Rome; however, all of the Hostilii known from the time of the Republic were plebeians. Several of the Hostilii were distinguished during the Punic Wars. The first of the family to obtain the consulship was Aulus Hostilius Mancinus in 170 BC. Lucius Hostilius Saserna was appointed triumvir monetalis in 48 BC. He was an ally of Julius Caesar.

This highly interesting type would seem to refer to an incident in the early stages of the civil war between Caesar and Pompeius. It will be remembered that shortly after taking possession of Rome, Caesar had marched west to confront the Pompeian forces in Spain. His advance was briefly hampered by the stubborn resistance of the Greek city of Massalia (modern Marseille) on the southern coastline of Gaul and he was obliged to spend valuable time organizing a siege by sea as well as by land. Having made the necessary arrangements he continued on his march to Spain leaving others to take care of the reduction of Massalia. Ultimately it fell into Caesarean hands and on his journey home following his success in Spain, Caesar was able to visit the city. Although the inhabitants were spared the uasual atrocities of retribution, Massalia was nevertheless deprived of its extensive territories and ceased to exercise any independent political influence in western Mediterranean affairs. The reverse type of this denarius commemorates the episode through its depiction on an archaic statue of the Ephesian Artemis. This deity was held in special reverence by the Greek citizens of Massalia and the city possessed a splendid temple erected in honour of the goddess.

cf. NAC Auction 143, Zürich 7 May 2024, Lot (in xf : SFR 1.800 + 22,5%)

Sear 419 ; Crawford 448/3 ; Sydenham 953 ; CRI.19 ; Albert 1390 R
Attractive toning. Rare historical coin.
vf+